Onze grote vriend is er niet meer. Zo’n agressieve kroelkont dat je hem echt van tijd tot tijd moest wegsturen, maar dan kwam hij toch weer vol goede moed terug en zelfs na herhaaldelijk wegsturen wist hij uiteindelijk zo stilletjes op je schoot te gaan liggen, dat je pas na vele minuten besefte dat hij lekker bij je lag. Als je echt met hem ging kroelen, dan kon hij op zijn op kop gaan staan van genot. Daar leefde hij voor, voor kroeltjes, altijd en overal, zonder oponthoud.
Helaas hebben we hem vandaag in moeten laten slapen. De laatste weken werd hij mager, maar… we hadden ander voer, dus, misschien vond hij dat wel niet zo lekker. Dus gingen we hem bijvoeren, lekker zachtvoer en kittenbrokken… hmmmmmmmm… dat viel wel in zijn smaak en hij kon er niet genoeg van krijgen!
Gisteravond toen we naar bed gingen, ging hij naar de kattenkamer, hij moest spugen, een klein beetje maar. Daarna lustte hij zijn snoepje niet meer en ging wat lusteloos op de kast liggen. “Och,” denk je dan, “er zal nog wel iets dwars zitten.”Vanmorgen kwam hij uit het kamertje en ging als een dood vogeltje op de deurmat liggen. Niets voor Gabber, die altijd zo levendig is. Een blik in zijn ogen was eigenlijk al genoeg. Een aai over zijn lijf bevestigde de eerste conclusie. Een grote tumor (ter grootte van een duivenei) zat aan de kant van zijn lever. Niet goed! In combinatie met zijn gedrag was dit voor ons duidelijk. Zijn kaarsje is aan het uitgaan. Nog even proberen of hij wil eten? Nee, is er niet meer bij. Hij is op de rugleuning van de stoel bij het raam gaan liggen, zonder energie, maar toch bereid om voor ons te spinnen als hij zijn kroeltjes krijgt.
Tja, wat moet je dan…. een heel moeilijke beslissing nemen en de dierenarts bellen. De diagnose was snel gesteld: de lever zit vol met knikkers. Volgens de dierenarts een wonder dat hij nog leefde. Hij is rustig in Ria haar armen ingeslapen, gewoon lekker tijdens zijn favoriete bezigheid: kroelen.
Rob heeft Gabber als kitten opgehaald bij een boer. Een klein zwart drommeltje, vol met vlooien, waarvoor hij meteen behandeld moest worden. Dat was nog in Krommenie, op de flat. De reden waarom hij en de andere twee katten, nadat Rob naar Sint-Oedenrode verhuisde, de titel Flat-kat kreeg. Gabber was geen kroeler in het begin, maar Ria was degene die hem een knuffel, twee knuffels en drie knuffels gaf. Toen kreeg hij de smaak te pakken en was hij niet meer weg te slaan.
Eigenlijk zou hij niet mee naar Sint-Oedenrode gaan, maar…. zo’n lief beest kun je toch niet wegdoen, dus, “we proberen het maar met hem”. Daar hebben we geen minuut spijt van gehad! Hij was een echte “leader of the pack”. Hij was de baas en geen enkele kat in huis twijfelde daar aan. Ze kwamen allen onderdanig een knuffel bij hem halen. We zijn wel een paar keer ongerust geweest, omdat meneer de wijde wereld wilde verkennen, maar gelukkig kwam hij telkens weer thuis. Ook nu is hij thuis. De andere katten mogen afscheid van nemen en dan wordt hij in de tuin begraven.
Lieve Gabber, bedankt voor je vriendschap…. we missen je!!!!
Foto’s en teksten: eigendom en copyright Cattery Cherished.